Categorie: , , , ,

Wat betekent veerkracht eigenlijk?

Deze vraag werd mij laatst gesteld en ik had al vaker gemerkt dat het moeilijk uit te leggen is.Terwijl het één van de centrale begrippen is in Transition Towns (‘resilience’). Paul Hendriksen geeft in zijn boekje “Het OndersteBoven van Transition Towns” een goede uitleg, die ik in onderstaand artikel met dank heb gebruikt.

Veerkracht volgens Transition Towns

TT veerkrachtoefening “Web van het leven”

Een belangrijk onderscheid tussen TT-initiatieven en andere partijen op het terrein van (lokale) duurzaamheid is het feit dat de Transitie-beweging – tegen veler verwachting in misschien – het concept van duurzame ontwikkeling niet centraal stelt. In plaats daarvan ligt de focus op het versterken van lokale veerkracht, waarbij duurzaamheid een belangrijke factor is, maar niet de enige. Dit leidt soms tot andere keuzes dan die welke worden ingegeven bij de gerichtheid op duurzame ontwikkeling.

Veerkracht is een term die veel wordt gebruikt in de ecologie, maar ook in de psychologie. De veerkracht (of doorgroeivermogen) van een ecosysteem staat of valt met de soortenrijkdom in een bepaald gebied, oftewel de biodiversiteit. Hoe meer soorten (planten, dieren, insecten, schimmels en dergelijke) er aanwezig zijn in een bepaald gebied of ecosysteem, hoe beter het systeem als geheel in staat is de impact van grote en kleine rampen van buitenaf te weerstaan. Zoals extreme droogte, branden, wateroverlast, insectenplagen et cetera. Dankzij de hoge soortenrijkdom blijken organismen elkaar te beschermen of qua functie vervangen, mochten sommige het loodje leggen.

Menselijke maatschappij is ook een ecosysteem

systeem Bodem – Boer – Biodiversiteit

De menselijke samenleving is uiteindelijk niet meer dan een cultureel-maatschappelijk ecosysteem, ingebed in de planetaire ecosystemen van de aarde. Hoe meer diversiteit, hoe groter de veerkracht ten opzichte van verstorende invloeden van buitenaf. De impacts waar TT-initiatieven de lokale samenleving tegen willen wapenen, zijn die van klimaatverandering en piekolie, en de daarmee verbonden crises in het economische systeem.

Vertrekpunt van de Transitie-beweging is, dat de huidige maatschappij enorm aan veerkracht heeft ingeboet door de eenzijdige gerichtheid op schaalvergroting en monocultuur, en de enorme afhankelijkheid van eindige grondstoffen. Fossiele brandstoffen en met name olie, voeren daarbij de boventoon.

Dat zet de wereldeconomie voor een groot dilemma. Enerzijds moet vanuit de huidige mondiale energiehonger de productie van olie jaarlijks stijgen op straffe van economische crises. Anderzijds moeten we zo snel mogelijk, liever gisteren nog dan vandaag, beginnen met het afbouwen van die olieproductie/consumptie. Om twee heel dringende redenen: 1. De uit de hand lopende groei van de klimaatverandering en 2. Het bereiken van het productieplafond van (goedkope) olie ofwel ‘piekolie’.

Lokalisatie versterkt veerkracht

De focus van TT op het lokale niveau komt voort uit de analyse, dat het leeuwendeel van het met CO2-uitstoot gepaard gaande energieverbruik, plaatsvindt ten behoeve van de individuele consument. Iedereen woont ergens en koopt en gebruikt producten en diensten van elders, waar stuk voor stuk een CO2- en energieprijskaartje aan hangt.

Focus op het zoveel mogelijk regionaliseren of lokaliseren van vraag, aanbod én productie en de daarmee samenhangende vraag welke randvoorwaarden we daarvoor nodig hebben, maakt dat TT-initiatieven maatschappij-breed aan de slag gaan. Door de bril van lokale veerkrachtversterking komt de Transitie-beweging dus soms tot andere keuzes dan door de bril van duurzame ontwikkeling.

In de tabel rechts geven we een paar typerende voorbeelden van dergelijke verschillen.

Veerkracht is meer dan ‘energieneutraal’ of ‘klimaatneutraal’

Bouwen aan lokale veerkracht is meer dan het ‘energieneutraal’ of ‘klimaatneutraal’ maken van een gemeente. Dit zijn termen die veelvuldig opduiken in beleidsnota’s van gemeenten. Van deze termen doen verschillende definities de ronde. In de praktijk blijken ze voornamelijk neer te komen op efficiency- en compensatie-maatregelen die het min of meer voortzetten van de huidige levensstijl moeten veiligstellen: business as usual met een groen-technologisch vernis.

De onderliggende niet-duurzame culturele en economische uitgangspunten blijven onaangetast. Werken aan lokale veerkracht in het licht van de ophanden zijnde klimaat- en energiecrises resulteert daarentegen in werken aan een maatschappij-brede transitie naar een samenleving die tot in lengte van jaren duurzaam is in de zin van ‘volhoudbaar’.

Met dank aan Paul Hendriksen
auteur van het leerzame boekje
“Het OndersteBoven van Transition Towns”

zp8497586rq