De wereldwijde systemen – financiën, veiligheid, transport en energie – zijn extreem gevoelig voor systeemrisico’s. De systemen hebben ook met elkaar te maken en door deze verwevenheid kan een relatief klein probleem in één deel van het systeem zich snel verspreiden en het hele systeem uitschakelen. Dit gebeurde al eerder in het afgelopen decennium toen wanbetalingen in de Amerikaanse huizenmarkt resulteerden in de wereldwijde financiële crisis van 2007-2009; of meer recent toen het aan de grond lopen van één enkel schip in het Suezkanaal de bevoorradingsketens wereldwijd verstoorde. Meer recent toonden de COVID-19 pandemie en de inval van Rusland in Oekraïne aan dat systeemrisico’s niet beperkt blijven tot de regio of de keten waarin zij ontstaan.
Er bestaan uiteindelijk geen afzonderlijke crises in de verschillende systemen. De problemen werken op elkaar in, versterken elkaar en geven elkaar een nieuwe vorm, zodat ze samen een “polycrisis” vormen die als één geheel moet worden begrepen en aangepakt. De polycrisis is echter ook complex. Als er een systeem zou staan met drie mogelijke crises, zoals de Transition Towns beweging bij oprichting nog als aanname hanteerder (Klimaat, Piek Olie en later ook de economische crisis), geeft dat slechts drie relaties.
In een polycrisis neemt het aantal relaties tussen de individuele crises snel toe (exponentieel). De causale verbanden waardoor de ene mondiale crisis een andere uitlokt of verergert, vormen een groeiend gevaar voor de mensheid. Het ineenstorten van het totale systeem zoals we dat nu kennen is een reëel gevaar. Daarmee is de polycrisis ook existentieel.
De definitie volgens Cascade Institute:
Een mondiale polycrisis doet zich voor wanneer crises in meerdere mondiale systemen causaal verstrengeld raken op een manier die de vooruitzichten van de mensheid aanzienlijk verslechteren. Deze op elkaar inwerkende crises veroorzaken schade die groter is dan de som van de schade die de crises afzonderlijk zouden veroorzaken, als de systemen niet zo nauw met elkaar verbonden waren.
De kern van het concept is dat een crisis in één mondiaal systeem doorwerkt in andere mondiale systemen, waardoor daar crises ontstaan of verergeren. Wereldwijde crises vinden steeds minder geïsoleerd plaats; zij werken op elkaar in, zodat de ene crisis een tweede waarschijnlijker maakt en de algemene schade ervan vergroot. Het polycrisisconcept benadrukt dus de causale interactie van crises in mondiale systemen.
In de Financial Times schrijft Adam Tooze dat we ons in een geheel nieuwe situatie bevinden, die wordt gekenmerkt door het ontbreken van enkelvoudige oorzaken en enkelvoudige oplossingen, die crises uit het verleden kenmerkten. Tegelijk kennen we historische gevallen waarin meerdere oorzaken samen leidden tot onderling verbonden crises die geen eenvoudige oplossingen boden, van de ineenstorting van wereldrijken tot de olieschokken van de jaren zeventig.
Onze huidige polycrisis is in meerdere opzichten echter ongekend. Nooit eerder hebben menselijke activiteiten de ecologische systemen van de planeet zo ver uit balans gebracht dat alle andere mondiale systemen in gevaar zijn, van voedselproductie tot wereldhandel en internationale veiligheid. Om nog maar niet te spreken over een zeespiegelstijging waarbij aan het eind van deze eeuw een groot aantal miljoenensteden in kustregio’s onder water komen te staan.
Oplossingen kennen dilemma’s
Sommige wetenschappers hebben het polycrisisconcept nog verder uitgediept door erop te wijzen dat een polycrisis dilemma’s creëert. Zodra je de ene crisis probeert op te lossen kun je een andere crisis verergeren, zoals wanneer armoedebestrijdingsmaatregelen de uitstoot van fossiele brandstoffen verhogen.
De onderlinge relaties die tot een polycrisis leiden, kunnen gemeenschappelijke oorzaken hebben, zoals de recente oorlog van Rusland tegen Oekraïne die leidde tot wereldwijde schokken op de zowel energie- als de voedselsystemen. Er kunnen domino-effecten optreden, zoals toen de COVID-19-pandemie tekorten in de productie en de bevoorradingsketen veroorzaakte en waarvan vervolgens de noodzakelijke financiële stimulansen bijdroegen tot de huidige inflatie.
En het ergste is dat polycrises kunnen leiden tot een vicieuze cyclus, zoals wanneer gewelddadige conflicten internationale middelen en aandacht afleiden van klimaatmaatregelen en de gevolgen van klimaatverandering gewelddadige conflicten verergeren.
Meer kennis nodig voor de complexe samenhang
We hebben meer onderzoek nodig om de belangrijkste crises in de wereld aan te pakken. Sommigen beweren dat we al de nodige kennis hebben – bijvoorbeeld over klimaatverandering – om doeltreffend op te treden. Hebzucht en machtsstructuren verergeren ongetwijfeld de polycrisis, maar onze kennis blijft gebrekkig. Deskundigen en wetenschappers weten door specialisatie veel over individuele risico’s en crises, maar niet hoe ze op elkaar inwerken.
Epidemiologen waarschuwden dat er een grote pandemie op komst was. Maar wie zag vooraf aankomen dat coronamaatregelen in wisselwerking met de bubbels bij het gebruik van Social Media de politieke polarisatie, ongebreidelde desinformatie en extremistische ideologieën versnelde? In sommige landen zijn wetenschappers en gezondheidsinstellingen ernstig bedreigd.
Is de Transitiebeweging hét antwoord op de polycrisis?
Hier past natuurlijk geen kort ‘ja’. Dan zouden we de wetenschap te makkelijk passeren in alle problemen en dilemma’s die zij nu ziet. De transitiebeweging zet wel maximaal in op lokale veerkracht. We worden minder afhankelijk van wereldwijde transportbewegingen en internationale financiële markten. Door in te zetten op de veerkracht van de buurten en wijken, door met elkaar weer lokaal zo veel mogelijk te kunnen voorzien in de basisbehoefte; voedsel, energie, huisvesting, natuur en veiligheid. Het is niet nodig om je aan te sluiten uit angst voor de systeeminstorting. We denken namelijk ook dat een kleine en weerbare lokale gemeenschap gewoon veel leuker is!