Categorie: , ,

Prof. Rotmans: Dure olie schuld hoge energierekening

Jan Rotmans

Prof. Jan Rotmans reageert in zijn blog op het persbericht van RWE/Essent-topman Peter Terium, waarin duurzame energie wordt afgeschildert als de hoofdoorzaak van hun hoge energierekening. Dit bericht is in veel media kritiekloos overgenomen, met een aantal pertinente onwaarheden erin. Daarom publiceren wij hierbij de reactie van Jan Rotmans:

De grote energieleugen

Peter Terium

Eind juni verscheen een persbericht van RWE/Essent-topman Peter Terium, waarin stond dat de energierekening de komende jaren ‘onbetaalbaar’ zou worden. De oorzaak … ? Duurzame energie! Dat per slot veel duurder is dan fossiele energie en kernenergie. Anders gesteld: overschakelen op duurzame energie maakt de energierekening onbetaalbaar voor mensen met lage inkomens.

Hij maakte het nog bonter door te stellen dat de torenhoge subsidies voor zonne-energie de markt ernstig verstoorden. Daardoor kon zijn bedrijf onvoldoende investeren in schone technieken voor steenkool en verdere toepassing van biomassa.

Je moet wel erg in paniek zijn om zo ongefundeerd de consument schrik aan te jagen voor duurzame energie. Het ergste is, dat alle media deze onzin kritiekloos overnamen, waardoor veel onwetende mensen volledig op het verkeerde energiebeen worden gezet.

De Geert Wilders van de energiewereld

Hiermee manifesteert Peter Terium zich als de Geert Wilders van de energiewereld: in plaats van allochtonen demoniseert hij duurzame energie. Henk en Ingrid worden op kosten gejaagd door duurzame energie.

Hoe bestrijd je energiepopulisme? Door de drogredenen zoveel mogelijk feitelijk onderuit te halen, punt voor punt:

1. “Energierekening wordt steeds hoger”. Dat klopt, maar dat komt vooral doordat fossiele brandstoffen steeds duurder worden. Het tijdperk van de makkelijk en goedkoop winbare fossiele energie ligt achter ons, daar zijn alle energie experts het over eens. Het IMF verwacht zelfs een verdubbeling van de olieprijs de komende 10 jaar, de gasprijs is daaraan gekoppeld.

2. “Omschakeling naar duurzame energie kost (veel) geld”. De huidige energie-infrastructuur is nog niet geschikt voor grootschalige opwekking en distributie van duurzame energie. De netwer

aquaponics in hawaii schools

ken moeten worden aangepast, wat volgens het ECN circa 1.4 miljard euro per jaar kost. Dit kan makkelijk betaald worden door een heffing op fossiele energie, die de samenleving per slot miljarden euro’s schade toebrengt. De RWE-kolencentrale kost de samenleving een slordige 5 miljard euro en wie betaalt die rekening?

3. “We moeten niet te snel omschakelen naar duurzame energie”. Hoe langer we wachten met de omschakeling naar duurzame energie, hoe meer geld het kost. Berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving laten zien dat snelle invoering in het begin meer kosten oplevert, maar zich later dubbel en dwars uitbetaalt in termen van vermeden CO2-uitstoot en maatschappelijke schade.

4. “Duurzame energie wordt over-gesubsidieerd”. Ondanks de beeldvorming is dit feitelijk onjuist. Zo brachten CE Delft en Ecofys vorig jaar een studie uit, waaruit bleek dat in Nederland fossiele energie met 5.8 miljard euro werd gesubsidieerd en duurzame energie met 1.5 miljard euro. Via 53 (!) overheidsinterventies wordt fossiele energie bevoordeeld, in termen van investeringsvoordelen, belastingkortingen en fiscale vrijstellingen voor grootverbruikers van energie. De belastingbetaler betaalt dus de lage prijs van fossiele energie.

5. “Energie wordt onbetaalbaar voor sociaal zwakkeren”. Dat klopt, maar niet dankzij, maar ondanks duurzame energie. Volgens het NIBUD betaalt een gemiddeld huishouden per jaar zo’n 1100 euro aan gas en 1000 euro aan elektriciteit, exclusief heffingskorting. Voor een huishouden is zonnestroom is nu al even duur als fossiele stroom (uitgedrukt als ‘parity grid point’).

De komende jaren wordt zonnestroom aanzienlijk goedkoper dan grijze stroom. De gasprijs is een heel ander verhaal, die is verviervoudigd de afgelopen 40 jaar en die stijging zal de komende 15 jaar nog fors doorzetten. Elk huis met een gasaansluiting zal dus in de toekomst onbetaalbaar worden voor mensen met een laag inkomen.

Conclusie: Peter Terium draait dus oorzaak en gevolg om. Als we langer doorgaan met fossiele energie wordt de energierekening voor veel mensen onbetaalbaar. Alleen snelle omschakeling naar duurzame energie houdt het betaalbaar voor Henk en Ingrid. Zo niet, dan ontstaat een sociaal probleem van enorme omvang.

Kolencentrale RWE in aanbouw bij Eemshaven

Jan Rotmans is hoogleraar en internationale autoriteit op gebied van duurzaamheid en transities.
Hij is friskijker, dwarsdenker, en actief twitteraar:
Twitter.com/janrotmans

zp8497586rq

2 gedachten over “Prof. Rotmans: Dure olie schuld hoge energierekening”

  1. Met een tijdelijke daling van de olieprijzen duiken deze week in de media berichten op over een golf goedkope olie die het spook van de schaarste op afstand moet gaan houden. Voor al de mensen die hopen op dalende benzineprijzen: geniet van de goedkope pomp maar begin al vast te sparen voor een OV abonnement of elektrische auto. Er zijn minstens vijf hele grote redenen waarom schaarste en dus hoge olieprijzen een blijvend fenomeen zijn.

    1 – De gemiddelde marginale olieproductie kosten blijven stijgen. In 2000 was dat nog rond de $20, nu een steeds groter deel van de olieproductie gewonnen wordt uit schaliegesteente, teerzanden en de diepzee stijgen de kosten fors. Zelfs in de OPEC landen stijgen de productiekosten. Een recente studie van Bernstein schat de huidige marginale productiekosten in 2011 op $92 per vat. Olieprijzen onder dat niveau betekenen dat investeringen stoppen en projecten stilgelegd gaan worden. De verwachting is ook dat de kosten 11% per jaar stijgen. http://ftalphaville.ft.com/blog/2012/05/02/983171/marginal-oil-production-costs-are-heading-towards-100barrel/

    2 – De meeste OPEC lidstaten hebben hun staatsbegroting gebaseerd op een olieprijs van $100 per vat olie. Bij $90 per vat (Brent) heeft 58% van de OPEC leden een gat in de begroting, bij $80 is dat al 86%. De verwachting is dat de OPEC, die als een groep nu boven het afgesproken productie plafond produceert, de productie terug zal schroeven. Men zal een gat in de staatsbegroting belangrijker vinden als een gat in de olievoorziening.

    3 – De sancties tegen Iran, spanningen in Irak en Nigeria, productie tegenvallers in Braziliaanse diepzee projecten en een bovengemiddeld actief orkaanseizoen boven de Golf van Mexico zetten een risicopremie op de prijs. De kans op het tijdelijk wegvallen van belangrijke delen van de olieproductie wordt door de markt al meegerekend in de prijs.

    4 – De destructie van vraagdestructie, oftewel lage prijzen veroorzaken hoge prijzen. Lage olieprijzen geven consumenten het idee dat schaarste niet bestaat. Lage prijzen laten de vraag weer aantrekken, zeker in Azië. En een groeiende vraag zorgt voor… hogere prijzen.

    5 – Nieuwe oliereserves zijn nog altijd onvoldoende om verbruikte reserves aan te vullen laat staan een groeiende vraag blijvend op te vangen. De reserve capaciteit van de OPEC zal rond 2020 op nul zitten, de 30Bn productie buiten de OPEC staat tegenover 15Bn aan nieuwe reserves die vooral bestaat uit peperdure onconventionele reserves.

  2. Op de stelling “Energierekening wordt steeds hoger”. schrijft Jan Rotmans: “Dat klopt, maar dat komt vooral doordat fossiele brandstoffen steeds duurder worden.”

    Hoezeer ik de visie van Jan Rotmans op veel gebieden ook bewonder, dit is een wat ongenuanceerde stellingname. Als we kijken naar de prijs voor electriciteit, zien we dat het kilowatt-uur tarief voor 2/3 bestaat uit energiebelasting en btw!

    Ik stel: de energie-rekening is nog veel te laag! Voor een kilowattuur stroom betalen we geen 22 maar slechts 7 cent. De rest is belasting. Gelukkig zit er energiebelasting op de energietarieven, want nu is er tenminste financiële stimulans voor consumenten om pv-panelen neer te leggen… als dit lauter op de energieprijs zou moeten hadden we met 11 ct voor een kWh zonnestroom van eigen dak, nog lang geen grid-parety bereikt. Blijkbaar beschouwd RWE dit als subsidiering, want veel meer subsidie is er voor ‘het grote publiek’ niet te halen.

    RWE heeft daarnaast een punt dat het op grote schaal invoeden van pv en wind, investeringen vergt aan de kant van de netbeheerder en de energieproducenten die de stabiliteit van het energienet moeten regelen. Nu wordt de compensatie van de ‘netbalans’ nog gedaan door het bijregelen van gascentrales: als er veel wind en zon is, worden gas-centrales teruggeregeld, zodat er geen overspanning op het net ontstaat.

    Er zou meer aandacht moeten komen voor de cruciale rol die Lokale Duurzame Energiebedrijven (LDEB) kunnen vervullen, bij het in stand houden van de stabiliteit in het energienet. Met een lokaal georienteerd ‘smart-grid’ is het eenvoudiger om te sturen op de invoeding en afname van energie op het net; op een dag waarop weinig of juist teveel energie beschikbaar is, kunnen op lokaal niveau (industriële) processen af of aan-geschakeld worden, waarmee de stabiliteit van de netspanning gewaarborgt kan worden.

    De LDAB’s steven naar collectieve zelfvoorzienendheid in de energiebehoefte. Daarmee zetten ze een punt achter onze economische afhankelijkheid van de wereld (fossiele) energiemarkt en zorgen ze voor versterking van de lokale en regionale economie. Immers, het geld dat aan energie besteed wordt door huishoudens en bedrijven, wordt ook weer grotendeels lokaal uitgegeven aan lokale werkgelegenheid.

    Maar als ik het vanuit de “producent” bekijk (wat wij als Lokaal Duurzaam Energiebedrijf (LDAB) toch vooral willen worden), dan zouden wij vooral een energieprijs willen, waarmee we investeringen in duurzame opwekking rendabel kunnen maken, zonder dat we daarbij subsidiëring nodig hebben.

    Juist het onder de kostprijs verkopen van energie van fossiele oorsprong (dat partijen als RWE feitelijk doen) is schadelijk voor duurzame ontwikkeling en de economische ontwikkeling op lange termijn!

    En daar waar de energierekening te hoog wordt voor de laagste inkomens, moet vooral ingezet worden op energiebesparing; het gemiddelde verbruik van 3500 kWh en 1600 m3 gas, kan in de meeste gevallen met eenvoudige maatregelen met 1/3 terug gebracht worden. Ook daarin hebben de lokale energiebedrijven een cruciale rol te vervullen.

    Vriendelijke groeten,

    Iddo de Goederen

    Coördinator ledencontact & energielevering
    Coöperatieve Zutphense EnergieTransitie UA (ZET)
    http://www.zutphenaanzet.nl

Reacties zijn gesloten.