Het Doughnut Economics Action Lab, een initiatief dat is gekoppeld aan het idee van de Donut Economie(1), heeft recent een interessante publicatie online gezet:
“Creating City Portraits – A methodological guide for downscaling the Doughnut to the city and turning it into a tool for transformative action”
Veel mensen zijn enthousiast over het idee van de Donut Economie, maar de vraag was telkens wel: “wat kunnen we ermee in de praktijk?” In Amsterdam en een aantal andere steden is geprobeerd daar een antwoord op te vinden. Amsterdam ging aan de slag als Doughnut-City, of in goed Nederland: Donut Stad. De bevindingen hebben uiteindelijk geleid tot een aanpak; een methodologie.
De City Portrait-methodologie is het beste antwoord tot nu toe op de vraag naar praktijktoepassingen. Teruggebracht tot één kernvraag voor een stad luidt deze:
Hoe kan onze stad een thuis zijn voor
bloeiende mensen, op een bloeiende plaats,
met respect voor het welzijn van alle mensen,
en de gezondheid van de hele planeet?
Deze quote past heel goed bij de Transition Towns-gedachte en het is dus voor onze beweging erg interessant om dit rapport eens nader te verkennen.
Thriving Cities
De term Thriving Cities laat zich goed vertalen als ‘bloeiende steden’. De reden om naar steden te kijken is dat meer dan 70% van de broeikasgassen uit steden komt. En het zijn ook juist steden waar de huidige problemen van klimaat, biodiversiteit, pandemie en de energie- en economische crises het hardst worden gevoeld. Dus juist hier is de zoektocht naar een sociaal rechtvaardige samenleving binnen de grenzen van de planeet van het grootste belang.
Het onderzoek is uitgevoerd door een multidisciplinair team. Het resultaat is een gids die breed toepasbaar is (maar nu alleen nog in het Engels, Spaans en Portugees beschikbaar is).
De mondiale Donut vertaald naar lokaal
Voor het vertalen van de theorie van de Donut Economie naar een lokaal hanteerbare methodologie zijn twee belangrijke uitgangspunten beschreven.
1. Lokale ambitie met mondiale verantwoordelijkheid: de methodologie van de City Portrait combineert lokale ambities (om mensen te laten bloeien in een bloeiende plaats) met globale verantwoordelijkheid (zowel sociaal als ecologisch). Dat vereist een onderzoek naar vele complexe onderlinge verbanden tussen de stad en de wereld eromheen.
2. Schaalbaar: de focus ligt hier op de schaal van de stad, maar de methodologie is geschikt om toe te passen op andere schalen, van wijk tot natie (en verder).
Vervolgens wordt vanuit vier invalshoeken naar de stad gekeken. Deze zijn onderverdeeld op basis van de theorie van het donut model, dus de sociale fundamenten en het ecologische plafond. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt tussen het lokale en het mondiale. Hierdoor ontstaat dus de volgende verdeling:
- Lokaal-sociaal: vertaal de sociale componenten uit de SDG’s(2) (die ten grondslag liggen aan de binnencirkel van de Donut) naar de situatie in de stad. Denk aan “gezond voedsel”, “verbondenheid van mensen”, “goed onderwijs”, etc.
- Lokaal-ecologisch: kan de stad, in combinatie met haar gezonde natuurlijk omgeving, weer ecosysteemdiensten genereren. Dit hangt samen met de buitencirkel van de Donut. Denk aan “zuiver water en lucht” of “biodiversiteit”.
- Mondiaal-ecologisch: kijkt naar de stad in relatie tot de wereld. De centrale vraag is hoe de stad in haar behoefte voorziet en tegelijk het mondiale ecosysteem niet aantast of, nog beter, restaureert.
- Mondiaal-sociaal: op vergelijkbare wijze kan de stad haar relatie tot de wereld bekijken vanuit een sociaal perspectief. Hoe heeft haar handelen impact op het welzijn van mensen elders op de wereld?
Voorbeeld
De werkwijze in Amsterdam is als uitgangspunt voor de uitleg van de methodiek gebruikt. Onderstaande afbeelding hoort bij punt 2) Lokaal-ecologisch. Hier is gekeken naar de impact op het ecologisch plafond. Dus bij water is bijvoorbeeld het percentage hernieuwbare bronnen weergegeven. Bij sommige bronnen zie je een ‘doelstelling’ beschreven, bij andere niet. Dit zou je voor de eigen wijk, dorp of stad natuurlijk weer op een andere manier kunnen invullen. Hoe concreter het doel omschreven wordt, hoe duidelijker de te nemen stappen zijn.
Thematisch
Op allerlei verschillende thema’s kun je met deze blik kijken naar de lokale omgeving (de stad). Denk aan bijvoorbeeld ‘fast fashion’. Hier kun je met een mondiale blik kijken naar de ontwikkelingen in de stad. Het lijkt misschien lokaal goed (goedkopere kleding, lokale werkgelegenheid in retail), maar mondiaal is de impact enorm. Een ander voorbeeld, zoals autogebruik heeft ook negatieve lokale componenten (zeker in drukkere steden) en een negatieve mondiale ecologische component. Dit kan ook nog per stad verschillen en dus zijn de te nemen maatregelen op lokaal niveau ook verschillend.
Door per thema met de vier perspectieven naar de stad te kijken – op basis van de Donut – kom je ook tot betere transitieperspectieven.
Kortom, een interessante tool om eens nader te bekijken en in overleg met gemeenten uit te zoeken hoe dit beleid kan ondersteunen. Meer informatie en een link naar de download vind je bij DEAL [link].
Liever kijken dan lezen?
Er is een prima uitleg over de Donut Economie in Amsterdam in deze prachtige TED-talk van Jennifer Drouin (niet specifiek over de bovengenoemde publicatie).
(1) Meer weten over de Donut Economie? Kijk de Tegenlicht uitzending terug [link]
(2) De SDG’s zijn de Sustainable Development Goals, de Nederlandse site van deze UN organisatie heeft veel informatie [link]