Op het sustainability congres spraken op 25 februari Nederlandse wetenschappers en mensen uit de praktijk over de kansen en belemmeringen van de transitie naar een duurzaam Nederland. Hier passeerden veel inzichten die ook voor de transitiebeweging in Nederland waardevol zijn om kennis van te nemen.
Na het openingswoord van Marcel Nollen, waarin hij de rol van de wetenschap in het debat nog eens onder de aandacht brengt aan de hand van het voorbeeld rondom kunstgrasvelden met rubbergranulaat, starten drie wetenschappers met een korte presentatie.
Derk Loorbach is Professor socio-economic transitions. Hij laat zien dat er een duidelijk basispatroon bestaat voor maatschappelijke verandering. Dat komt in het kort neer op een lange periode van opbouw van druk, waarna een relatief korte periode van schoksgewijze, structurele verandering optreedt. Derk heeft er weinig illusie meer dat de politiek zoals we die nu kennen transitie kan leiden. Het zal uit de samenleving, echt ondernemerschap, ambtelijke creativiteit, activisme, onderzoek en middenveld moeten komen. Pas als daar de druk en het draagvlak maximaal is zal de politiek volgen of verdwijnen. Wat politici nu kunnen doen is dus vooral uit de weg gaan of hobbels wegnemen. Zorg dat zo min mogelijk gered wordt wat onduurzaam is. Zorg dat er zo min mogelijk belemmeringen zijn voor de maatschappelijke vernieuwing. En zorg dat de lange termijn richting van een natuurpositieve economie ook echt de norm wordt waartegen elke stap op de korte termijn wordt afgezet.
Sam de Muijnck is hoofdeconoom bij stichting Our New Economy. Hij stelt dat “de economie” centraal staat in van veel van de huidige problemen en als gevolg daarvan groeit het besef dat we onze economie fundamenteel moeten hervormen om deze problemen op te lossen. Verschillende denkers en instellingen, zoals de OESO, geven aan dat we momenteel een paradigmaverschuiving zien – weg van het neoliberalisme en haar focus op (BBP-) groei. We zien een groeiende interesse in een andere focus van onze economie naar welzijn. Er is ook een groeiende coalitie van landen en organisaties die de Wellbeing Economy Alliance wordt genoemd. In het nieuwe paradigma wordt het welzijn van mens en planeet centraal gesteld in de economie en wordt de samenleving democratischer georganiseerd. Daarbij gaat het zowel om een verschuiving van ideeën als om een machtsverschuiving.
Francine Mestrum is onafhankelijk onderzoeker aan de universiteit van Brussel en Gent. Uit haar onderzoek blijkt dat de manieren om geld uit arme landen te halen goed bekend zijn. Het gaat om het plunderen van grondstoffen waarbij slechts een bijzonder laag percentage aan royalty’s in de landen zelf blijft; het gaat om de vele gaten in de wetgeving op fiscaliteit, het gaat over smokkel of sluikhandel, van producten zowel als van mensen. En dat is niet alles : de buitenlandse schuldenlast van arme landen is al ettelijke keren terugbetaald, maar blijft aangroeien door de cumulatieve intresten. En er is, niet te vergeten, de ecologische schuldenlast. U weet wellicht beter dan ikzelf hoe het de rijke wereld is die voor het overgrote deel van de vervuiling zorgt, hoe we door de invoer van groenten en fruit ook water halen uit de arme landen, hoe we ons gevaarlijk vuilnis dan weer uitvoeren naar Afrika of Zuid-Azië, en hoe we onze eigen ecologische balans proberen op te krikken door veel van onze producten in China te laten produceren. We spreken over milieubeleid en proberen dat sociaal rechtvaardig in te voeren, maar je kan de gedachte ook omkeren. Je kan vertrekken van het sociaal beleid en daarmee ook milieudoelstellingen bereiken.
Jurgen van der Heijden van NLZVE geeft aan dat anno 2021 in 1500 buurten, wijken en dorpen te zien is hoe bewoners een eigen organisatie hebben rond welzijn, zorg en wonen. Meestal begint zo’n bewonersinitiatief met welzijn: een boodschappendienst, een fietsclub, een maaltijdenservice. Sommige initiatieven gaan zelf zorg leveren, de meeste gaan samenwerken met de wijkverpleging. Deze werkt nauw samen met de mensen van het bewonersinitiatief en de cliënt is lid van dat initiatief. De kwaliteit van de werkomgeving en van de zorg gaan tegelijk omhoog, terwijl de kosten omlaag gaan vooral vanwege minder bureaucratie. Zorg in de eigen woonomgeving is voor veel cliënten goed, en tegelijk ervaren bewoners die omgeving beter wanneer zij weten dat zij daar zorg kunnen krijgen.
Hilde Engels is initiatiefnemer en bestuurder van De Fruitmotor en vertelt dat landelijk gezien steeds meer consumenten hun producten van de korte keten betrekken en ook het aantal boeren en telers dat meedoet groeit. Volgens het CBS bedroeg in 2020 de omzet uit de korte keten € 1.5 miljard, 33% van het totaal in de betreffende sectoren! Regionale voedselketens maken ons bewust van de manier waarop en waar ons eten wordt geproduceerd en sluiten goed aan bij kringlooplandbouw. Ze bieden boeren meer onafhankelijkheid en hogere marges; ze stimuleren consumenten om lokale en seizoensproducten te eten en ze zorgen voor meer verbinding en begrip tussen boeren en consumenten in hun rol als koper, burger en liefhebber van het landschap. Het verbouwen en regionaal op de markt brengen van voedsel kan een serieus alternatief zijn voor producten die anders soms 30.000 kilometer afleggen.
Eva Rovers is initiatiefnemer van het Burgerberaad, een vorm van deliberatieve democratie, of overlegdemocratie. Bij deze manier van besluitvorming buigt een gelote dwarsdoorsnede van de bevolking (van een wijk, gemeente, regio of land) zich over een complexe, beladen kwestie. Burgerberaden zijn geen vervanging van de huidige representatieve democratie, maar een aanvulling. Ze versterken de democratie, doordat een bredere en grotere groep burgers participeren dan het geval is bij traditionele inspraakprocessen. Gestratificeerde loting zorgt ervoor dat een dwarsdoorsnede van de bevolking meedoet en dus niet alleen degenen die bovengemiddeld geïnteresseerd zijn in het onderwerp. Ook worden veel meer burgers betrokken; niet alleen de grootste schreeuwers of de mensen met de meeste diploma’s.
Alfred Kleinknecht is emeritus-hoogleraar economie en hij geeft aan dat de groene transitie vraagt om creativiteit en innovatievermogen. Tal van studies laten intussen zien dat hoge percentages flexibele werknemers een negatief statistisch verband vertonen met innovatie en productiviteit. De ook naar internationale standaards zeer hoge percentages flexwerkers op onze arbeidsmarkt vragen om drastische fiscale en arbeidsrechtelijke ingrepen vanuit Den Haag om flexibele banen tot het noodzakelijke minimum te beperken. Alleen zo kan het Nederlandse bedrijfsleven een innovatiepotentieel ontwikkelen waarmee we een bijdrage kunnen leveren aan het ontwikkelen en vooral ook aan het verder (door-) ontwikkelen van nieuwe technologie die we hard nodig hebben om van het Akkoord van Parijs een succes te maken.
Marieke Wiersma is initiatiefnemer bij Grunneger Power, een van de meer dan 600 lokale energiecoöperaties in Nederland. En elke dag ontwikkelt dit collectief zich meer, werken we samen en leren we bij. We helpen bewoners met energie besparen, we ontwikkelen coöperatieve lokale zonneparken, organiseren in een vroeg stadium dat burger mee kunnen praten over wind en warmte. We werken hard om zeggenschap en eigenaarschap te krijgen over de opgewekte energie en warmtenetten en onze leefomgeving. Op dit moment is duidelijker dan ooit dat de burgers de huidige vorm van de energietransitie als oneerlijk ervaren. De lasten lijken allemaal bij hen te vallen en dat krijgen wij dagelijks te horen. Urgentie van de transitie en de toegang tot kapitaal zijn de slechtste argumenten om het nu traditioneel aan de overheid of de markt over te laten: versnel niet om het versnellen maar vertraag om bewoners mee te nemen in de samenwerking en doe het goed.
Pieter Ploeg is Design Strategist & Facilitator bij Commonland Foundation. Eén van de initiatieven is de Oogst van Morgen, dat personen en organisaties verbindt die leiderschap nemen in de verduurzaming van het landbouw- en voedselsysteem en gezamenlijk de evenwichtige transitie daarvan versterken en versnellen. Onze overtuiging is dat transitie begint bij individueel en collectief leiderschap, dat transitie gedragen wordt door samenwerking in een netwerk van actiegerichte veranderaars en dat transitie concreet vorm krijgt door actief samen te werken in gebiedsgerichte transitie-experimenten. Een boer uit het netwerk van de Oogst van Morgen wil bijvoorbeeld graag zijn melkveebedrijf grondgebonden/kringloop maken. Hij loopt daarbij aan tegen verschillende uitdagingen aan. Tegelijkertijd zie je dat het vertrouwen bij de natuurorganisaties en waterschappen vaak heel laag is omdat die steeds verdere intensivering hebben gezien (en daardoor dus verdere afname van biodiversiteit). Dat leidt dan tot nieuwe regels die sommige boeren weer onterecht treft enz. En de breed gevoelde frustratie bij boeren is dat er voor een individuele boer geen ingang is bij LNV, en juist bij die boer begint het experimenteren.
Socrates Schouten is Lead Commons Lab bij De Waag en hij stelt dat een groot deel van de technologie op dit moment in handen van commerciële bedrijven. Alle lagen in deze “Private Stack” werken samen om de commerciële doelen van de producent te bereiken. Het resultaat is een online omgeving die mensen behandelt als gebruikers en consumenten in plaats van als burgers. Deze stack geeft voorrang aan economische groei en machtsconcentratie, en behandelt de identiteit en persoonlijke informatie van mensen als handelswaar. Daarom hebben we alternatieven nodig. We hebben technologie nodig die wordt ontwikkeld als een “Public Stack”. Deze stack plaatst publieke waarden in het hart van het ontwerpproces en stelt alle moeilijke maatschappelijke vragen, wat leidt tot veiligere technologie die ons niet bespioneert of onze gegevens verkoopt. De politiek moet deze beweging steunen. Door het faciliteren van betere ontwerpprocessen, het wijzigen van het innovatiebeleid, door het burgerperspectief centraal te stellen bij inkoop en aanbesteding. Door van data en identiteit geen handelswaar te maken maar nieuwe commons.
Tot slot is het woord aan de jonge generatie: Werner Schouten van de Jonge Klimaatbeweging reflecteert op de bijeenkomst. En hij wijst ons bovendien op het belang van deelname aan de klimaatmars op 14 maart. Daarna neemt Ivy de Bruin de video-opname en de teksten van alle sprekers in ontvangst als ondersteuning bij de campagne voor een duurzaam regeerakkoord van SDG-Nederland (die petitie kun je nog ondertekenen).
Alle teksten en de video’s en pitches kun je na 1 maart nalezen/bekijken op deze site.