Categorie: ,

2020: Internationaal jaar van de gezondheid van planten

Uit deze Europese website (vertaald met Deepl.com) : “Planten maken 80 procent uit van het voedsel dat we eten. Toch worden ze voortdurend aangevallen door ongedierte, waarbij de FAO schat dat elk jaar tot 40 procent van de voedselgewassen wereldwijd wordt vernietigd. Dat laat miljoenen mensen honger lijden en brengt ernstige schade toe aan onze landbouw en ons milieu.
Factoren als de klimaatverandering, de globalisering van de handel en de hausse in het toerisme maken de zaken nog erger, waardoor het risico toeneemt dat er nieuwe plantenplagen ontstaan en dat gewassen, tuinen en parken worden beschadigd.
Daarom hebben de Verenigde Naties 2020 uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van de Gezondheid van Planten (IYPH): om het bewustzijn te vergroten van hoe de bescherming van de gezondheid van planten kan helpen een einde te maken aan de honger, de armoede te verminderen, het milieu te beschermen, de economische ontwikkeling te stimuleren en bij te dragen aan het bereiken van de VN-doelstellingen voor de bescherming van de gezondheid van planten.

Nog een citaat (vertaald):
De verspreiding van zeer besmettelijke grensoverschrijdende ziekten, zoals COVID-19, is nauw verbonden met de gezondheid van planten.
Vernietiging van natuurlijke habitats en ecosystemen heeft zowel het plantenleven als het menselijk leven blootgelegd.
Planten zijn onze belangrijkste bron van voedsel en voeding – ze houden ons in leven en verhogen onze systeemimmuniteit – en zijn in veel landen de belangrijkste bron van levensonderhoud voor veel kleine boeren.
Daarom blijven boeren, plantengezondheidsinstanties, voorlichters, veldwerkers en monitoring- en voorspellingsdeskundigen zelfs tijdens de COVID-19-pandemie de gezondheid van planten ondersteunen en stappen ondernemen om plantenplagen en -ziekten zoals woestijnsprinkhaan, legerworm en palmsnuitkever te voorkomen en onder controle te houden.
Anderen helpen bij het transporteren en op de markt brengen van gezonde plantaardige producten, zodat de consumenten genoeg te eten hebben en de producenten en verkopers een inkomen blijven hebben.
Op mondiaal, regionaal en nationaal niveau werken de FAO, de IPPC en regionale en nationale plantenbeschermingsorganisaties nauw samen met de lidstaten om ervoor te zorgen dat er extra maatregelen worden genomen om al deze plantengezondheidshelden tijdens de COVID-19-pandemie te beschermen – de gezondheid van onze planten is ervan afhankelijk.”

https://www.efsa.europa.eu/en/international-year-plant-health


In Nederland valt het nog wel mee, het is er te koud voor de genoemde plaagdieren. Maar lees eens mee wat zij aanrichten:

Door klimaatverandering (veel regen in Afrika, dit voorjaar) trof de woestijnsprinkhaan de ideale omstandigheden om zich te vermeerderen.
Uit wikipedia: Woestijnsprinkhanen kunnen per dag ongeveer hun eigen gewicht (±2 g) aan voedsel eten: bladeren, bloemen, bast, stengels, vruchten en zaden. Bijna alle gewassen en veel wilde planten lopen risico, inclusief gierst, rijst, maïs, sorghum, suikerriet, gerst, katoen, fruitbomen, dadelpalmen, groenten, acacia’s, naaldbomen en bananenbomen.

Zie ook https://www.nationalgeographic.nl/wetenschap/2020/02/sprinkhanenplaag-teistert-heel-oost-afrika-klimaatverandering-speelt-mogelijk
http://www.fao.org/ag/locusts/en/info/info/index.html: nu ook in Ethiopie; New Delhi ook in staat van paraatheid.
Ook Argentinië heeft een sprinkhanenplaag, maar die lijkt door een koude golf niet veel aan te richten.


Uit vork.org
De legerworm heeft zich in de afgelopen jaren vanuit Zuid-Amerika snel verspreid. In 2016 werd in Afrika de eerste legerworm ontdekt en bracht in Zuidelijk Afrika grote schade aan de gewassen aan. Inmiddels is de insect gearriveerd in 28 Afrikaanse landen met een verwoestend effect. Op basis van schattingen voor 2018 gaat er alleen al in Afrika jaarlijks tot 17,7 miljoen ton maïs verloren aan deze plaag. Deze hoeveelheid maïs kan tientallen miljoenen mensen voeden en vertegenwoordigt een economisch verlies van 4,6 miljard dollar.
Hij kan zich zo snel verspreiden doordat er in één jaar meerdere generaties zijn. In de zomer duurt een volledige cyclus slechts dertig dagen; in de herfst en lente is dit zo’n zestig dagen. Het vrouwtje kan in haar leven 1500 eitjes leggen. Maar de vlinder van de legerworm heeft ook de capaciteit om meer dan 100 kilometer per nacht af te leggen. In één generatie kan het 500 kilometer ver reizen. Dus theoretisch is er een jaarlijkse verspreiding van zo’n 1500 kilometer.


Uit https://www.boomzorg.nl/upload/artikelen/bib1013palmsnuitkever.pdf (interview met hr Vlug)
De ongeveer vier centimeter lange kever heeft een prachtig rode kleur met zwarte tekening. De palmsnuitkever is een (sub)tropische soort met zijn oorsprong in Zuidoost-Azië en is door de wereldwijde handel in palmbomen verspreid over vele delen van de wereld. De kever plant zich zeer snel voort en de larven vreten in het hart van palmbomen, zowel kleine als grote exemplaren. Vlug: ‘De schade is enorm. Alleen al in de palmenstad Hyères (Zuid-Frankrijk) zijn onlangs ruim 1.000 palmen weggezaagd als sanitaire maatregel om verspreiding tegen te gaan. Particulieren worden gedwongen om maatregelen te treffen, op straffe van 3.000 euro als ze niet kunnen aantonen dat een van de zeer vele gecertificeerde palmsnuitkever-bestrijdingsbedrijven is ingeschakeld voor een behandeling met chemie of aaltjes. De keverlarven zijn in volgroeide staat ongeveer drie maal zo groot als een volgroeide meikeverlarve, dus een beste hand vol. Ze vreten het gehele hart uit de plant, zodat je allemaal dode bruine bladeren overhoudt.’ Volgens Vlug is de bestrijding van
de palmsnuitkever lastig, maar zijn er nieuwe methoden in ontwikkeling om de larven diep binnenin het hout te bestrijden met aaltjes. ‘Het is alleen de vraag of dit helpt om daar het probleem voorgoed op te lossen. De kever komt in Nederland niet voor en zal het niet doen in ons klimaat.”

Laatste foto boven de tekst: aziatische mannen eten de levende larven (filmpje)


Laten we met zijn allen proberen minder te reizen, minder te consumeren, in Nederland of Europa geteeld voedsel te eten, natuurlijke habitats en ecosystemen zo min mogelijk te verstoren en zelfs te creëren, zoals Wouter van Eck dat doet met zijn voedselbos (interview Vroege vogels 28/6/2020)